TILBURG – A-merkfabrikanten zouden minder moeten investeren in salespromotie. Dit om de concurrentie met de steeds populairder wordende huismerken aan te gaan.
Dat stellen onderzoeksbureau GfK en TiasNimbas Business School op basis van cijfers van het GfK-consumentenpanel.
Producenten van A-merken, zoals Unilever, hebben te maken met een omzetdaling, onder meer door hoge promotiedruk. Dat zeggen de auteurs van het onderzoek Will Reijnders, hoogleraar Marketing aan TiasNimbas Business School, en Ton Luijten, methodoloog bij GfK.
‘Bevordert switchen’
“A-merken zijn vrijwel voortdurend in de aanbieding. Consumenten anticiperen hierop. Het gevolg is enerzijds een voortdurende subsidiering van trouwe klanten van deze A-merken en anderzijds het bevorderen van switchgedrag met als gevolg een afnemende merken- en winkeltrouw.”
Door minder te investeren in salespromotie-activiteiten besparen de A-merkfabrikanten. Dit geld moeten ze dan vooral investeren in innovatie en marketing, vinden de auteurs. “Alleen zo kunnen A-merkleveranciers hun marktpositie verstevigen.”
Trend naar goedkoper
Consumenten in Nederland kiezen steeds vaker voor goedkopere producten, hebben een sterkere voorliefde voor discounters en kopen minder frequent, maar wel meer per keer, meldt het rapport.
Reden hiervoor is de economische crisis, maar ook omdat de consument weinig onderscheid ziet tussen huis- en A-merken. De keuze valt daardoor steeds vaker op het goedkoopste merk.
‘Kwaliteitsverschil neemt af’
Een groeiende groep consumenten koopt eigenlijk alleen A-merken als deze in de aanbieding zijn. “Door het afnemende objectieve kwaliteitsverschil tussen A-merken en winkelmerken zal deze trend zich enkel versterken.”
De keuze van consumenten voor huismerken is al langer gaande. Het marktaandeel van huismerken steeg tussen 2003 en 2012 van 29 naar 45 procent.